English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fish‐hook

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
fish‐hook (hook)	angel ; vishaak	fiŝhoko
fish	vissen	fiŝkapti
🔗 A lot of these fishing communities have been fishing for generations.
fish	vis	fiŝo
🔗 But fish aren’t the only victims of Australia’s extreme weather.
fish	vis	fiŝaĵo
fish	vissen	fiŝi
fish	vis	fiŝo
hook (clasp; agraf)	agrafe ; haakje ; slot	agrafo
hook (fish‐hook)	angel ; vishaak ; haak	fiŝhoko
hook	haak	hoko
hook (couple; hang; secure; grasp)	haken	kroĉi
hook	haak	kroĉilo
hook	haakvormig ; krom	hoka
hook (clasp; fasten)	vasthaken	agrafi

English	Dutch
fish‐hook	⇆ angel; ⇆ hoek; ⇆ vishaak
fish	⇆ afvissen; ⇆ bevissen; ⇆ fiche; ⇆ opvissen; ⇆ vis; ⇆ vissen
hook	⇆ aan de haak slaan; ⇆ aanhaken; ⇆ angel; ⇆ blijven haken; ⇆ bocht; ⇆ boogbal; ⇆ dichthaken; ⇆ duim; ⇆ een boogbal slaan; ⇆ haak; ⇆ haken; ⇆ haken zetten aan; ⇆ het aanleggen met; ⇆ hoek; ⇆ hoekstoot; ⇆ kram; ⇆ naar zich toehalen; ⇆ sikkel; ⇆ snoeimes; ⇆ vasthaken; ⇆ vishaak