English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fashion‐plate

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
fashion
(vogue; mode; style)
fashion
(form; shape; configure; frame; mould)
fashion
(habit; practice; wont)
(manner; mode; way; bearing; style);
🔗 In this fashion did Turjan enter his apprenticeship to Pandelume.
(sheet; slab; plaque)
🔗 Years after this experience, Joseph Smith was allowed to go to the hill Cumorah and obtain the plates of gold.
(dish; platter)
(cover; overlay; lag; protect; face; coat; back; invest);
tegi
(veneer);
met platen bekleden
plaki

EnglishDutch
fashion‐platemodeplaat; modepop
fashionbewerken; fatsoen; fatsoeneren; manier; mode; modelleren; pasklaar maken; snit; trant; vorm; vormen; wijze
platebepantseren; bord; bordje; cliché; ets; etsplaat; gebitplaat; goudwerk; gravure; harnas; kunstgebit; met metaalplaten bekleden; naambord; nummerbord; nummerplaat; pantseren; plaat; plaatje; plateren; pleet; schaal; tafelzilver; vergulden; verzilverd tafelbestek; verzilveren; zilverwerk