English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word factory

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(plant; works)
(mill; works)
(manufactory; works)
🔗 Porto‐Novo has a cement factory.
fiŝfabriko
🔗 Extremely popular among Kazakhs, this fish sells for roughly 650 tenge (£ 1.45) per kilogramme to fish factories and buyers.
sausage factory
kolbasfabriko
canning‐factory

EnglishDutch
factory⇆ fabriek; ⇆ factorij
arms factory⇆ wapenfabriek
butter factory⇆ boterfabriek
candle factory⇆ kaarsenfabriek
cardboard factory⇆ kartonnagefabriek
cement factory⇆ cementfabriek
china factory⇆ porseleinfabriek
cigar factory⇆ sigarenfabriek
coffee‐roasting factory⇆ koffiebranderij
dairy factory⇆ zuivelfabriek
diamond‐polishing factory⇆ diamantslijperij
factory farming⇆ bio‐industrie
factory floor⇆ werkvloer
factory hall⇆ fabriekshal
factory inspection⇆ arbeidsinspectie
factory inspector⇆ arbeidsinspecteur
factory inspectorate⇆ arbeidsinspectie
factory owner⇆ fabriekseigenaar; ⇆ fabrikant
factory ship⇆ fabrieksschip
factory site⇆ fabrieksterrein
factory waste⇆ fabrieksafval
factory work⇆ fabrieksarbeid; ⇆ fabriekswerk
factory worker⇆ fabrieksarbeider
fish factory⇆ visfabriek
footwear factory⇆ schoenenfabriek; ⇆ schoenfabriek
furniture factory⇆ meubelfabriek
milk factory⇆ melkfabriek
paint factory⇆ verffabriek
porcelain factory⇆ porseleinfabriek
preserving factory⇆ conservenfabriek
sausage factory⇆ worstfabriek
small‐arms factory⇆ geweerfabriek
sugar factory⇆ suikerfabriek
bread‐factory⇆ broodfabriek
canning‐factory⇆ conservenfabriek
factory‐building⇆ fabrieksgebouw
factory‐ship⇆ drijvende traankokerij
ice‐factory⇆ ijsfabriek
match‐factory⇆ lucifersfabriek
tea‐factory⇆ theefabriek
tobacco‐factory⇆ tabaksfabriek