English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word decoration

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(décor); ; ;
versiering
(décor)
(adornment; ornament);
versiering
;
versiersel
decoration
(adornment)
versiering
Christmas decoration
kristnaskaj ornamaĵoj
decorate
(adorn; ornament; embellish)
; ;
decorate
(fit out; garnish; trim; bedeck; deck; embellish; furnish; accoutre)
; ; ; ;
decorate
;
decorate
;

EnglishDutch
decoration decoratie; decoreren; ereteken; onderscheiding; optooiing; ridderorde; schilderwerk en behang; siersel; versiering; versiersel
Christmas decoration kerstversiering
interior decoration binnenhuisarchitectuur
mural decoration muurversiering; wandversiering
decorate decoreren; optooien; ridderen; schilderen en behangen; sieren; tooien; versieren