English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word customer

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(punter)
🔗 About 11,000 customers were without power across the state, Westar Energy said.
custom
(mores; usage; way)
custom
(way)
;

EnglishDutch
customer cliënt; klant; opdrachtgever; vent
a cool customer een onverschrokken kerel
a queer customer een rare vent
be an ugly customer to deal with niet gemakkelijk zijn
be a tough customer haar op de tanden hebben; taai zijn
customer file klantenbestand
customer number klantnummer
customer relations klantenbinding
customer service klantenservice
queer customer rare snuiter; vreemde snoeshaan
rum customer rare vogel
ugly customer lastige klant; onguur type; rabauw
custom gebruik; gewoonte; gunst; klandizie; maat‐; nering; op maat; recht; speciaal gemaakt; usance; usantie