English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word counsel

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(advise);
counsel
(advice)
;
counsel
(barrister; attorney; lawyer; advocate; defence attorney; defence lawyer)
;

EnglishDutch
counsel aanraden; advocaat; advocaten; beraadslaging; pleitbezorger; praktizijn; raad; raadgever; raadgeving; raden; rechtskundig adviseur
be unable do keep one’s counsel zijn mond niet kunnen houden
be unable do keep one’s own counsel zijn mond niet kunnen houden
counsel for the defence verdediger
counsel for the prosecution openbare aanklager
defending counsel verdediger
hold counsel with de raad inwinnen van; te rade gaan bij
keep one’s counsel zijn mond houden; zijn mond weten te houden
keep one’s own counsel zijn mond houden; zijn mond weten te houden
legal‐aid counsel pro Deo‐advocaat
legal counsel raadsman; raadsvrouw
prosecuting counsel openbare aanklager
take counsel beraadslagen; overléggen; raad inwinnen; raadplegen
take counsel of one’s pillow er een nachtje over slapen
take counsel with beraadslagen met; overleggen met; raadplegen
take counsel with one’s pillow er een nachtje over slapen
with time comes counsel komt tijd, komt raad