Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verdediger

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(pleitbezorger)
defender
🔗 „Een hond van een Jood,” galmde de tempelier, „bij een verdediger van het heilig graf?”
goalkeeper
🔗 De Uruguayaanse verdediger nam zondagavond afscheid na de laatste competitiewedstrijd van het seizoen met de Argentijnse club Vélez Sarsfield.
(doelman; keeper)
goalkeeper
(apologeet; apoloog)
defending champion
;
title‐holder
titoldefendanto
🔗 De titelverdediger rekende af met de Engelsman Joe Cullen: 3–1.
(opkomen voor)
🔗 Wij hebben nauwelijks voldoende mannen om het kasteel te verdedigen.
🔗 Ik zou je voor geen goud willen verdedigen, Folke.

DutchEnglish
verdediger advocate; apologist; counsel for the defence; counsel for the defendant; defender; defending counsel; justifier; maintainer; supporter; upholder; vindicator
doelverdediger goalie; goalkeeper; keeper
titelverdediger defending champion; title‐holder
verdedigen advocate; champion; defend; fence; fend; justify; keep; maintain; uphold; stand up for