English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word coloured

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
coloured	kleurig	kolora
ash‐coloured (ash)	asgrauw ; askleurig	cindrokolora
colour (paint; stain)	kleuren	kolorigi
colour (dye)	kleur	koloro
🔗 Turner pained many masterpieces with only two colours.
colour (paint)	kleuren ; verven	farbi
colour (dye; paint)	verf	farbo
colour (colouring; colourway)	koloriet	koloraro
colour	kleuren	kolori
ivory‐coloured	ivoorkleurig	eburkolora
lemon‐coloured	citroenkleurig	citronkolora
multicoloured (colourful; variegated)	bont	bunta
multicoloured	bont	diverskolora
multicoloured	bont	makulhara
slate‐coloured (slate)	leikleurig	ardezokolora

English	Dutch
coloured	⇆ bewimpeld; ⇆ bont; ⇆ gekleurd; ⇆ geverfd; ⇆ kleurrijk
coloured chalk	⇆ kleurkrijt
coloured pencil	⇆ kleurpotlood
coloured washing	⇆ bonte was
brass‐coloured	⇆ koperkleurig
coffee‐coloured	⇆ koffiebruin
colour	⇆ bemantelen; ⇆ beïnvloeden; ⇆ blozen; ⇆ dekmantel; ⇆ drukinkt; ⇆ een kleur krijgen; ⇆ een verkeerde voorstelling geven van; ⇆ huidskleur; ⇆ inkleuren; ⇆ kleur; ⇆ kleuren; ⇆ kleursel; ⇆ kleurtje; ⇆ schijn; ⇆ tint; ⇆ tintje; ⇆ vaandel; ⇆ vendel; ⇆ verbloemen; ⇆ verf; ⇆ verven
fawn‐coloured	⇆ reebruin
four‐coloured	⇆ vierkleurig
lead‐coloured	⇆ loodkleurig
lemon‐coloured	⇆ citroengeel
liver‐coloured	⇆ leverkleurig
manycoloured	⇆ bont; ⇆ veelkleurig
multicoloured	⇆ veelkleurig
peach‐coloured	⇆ perzikkleurig
rust‐coloured	⇆ roestkleurig
slate‐coloured	⇆ leikleurig
steel‐coloured	⇆ staalkleurig
tan‐coloured	⇆ taankleurig
three‐coloured	⇆ driekleurig
uncoloured	⇆ objectief; ⇆ ongekleurd; ⇆ onopgesmukt; ⇆ onpartijdig; ⇆ zwart‐wit
unicoloured	⇆ eenkleurig; ⇆ egaal
varicoloured	⇆ bont; ⇆ veelkleurig; ⇆ veelsoortig
wax‐coloured	⇆ waskleurig