English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word blanket

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(cover)
🔗 He had brought a blanket with him from the last camp and in this he rolled up on the ground.
(cover)
blanket
(overall; total; fullscale; global)
; ;
totala
Indian blanket
(firewheel; Indian blanketflower; sun dance)
eenjarige kokardebloem
wet blanket
(stick; cabbage; damper; dry old stick; dull dog; sober‐sides; wet)
;
saaie piet
enuulo
(gaillardia);

EnglishDutch
blanket algemeen; alles insluitend; dek; deken; dekken; drukdoek; jonassen; met een deken bedekken; mistsluier; onderdrúkken; overdekken; sluier; smoren; van dekens voorzien; wolkendek
blanket chest dekenkist
ironing blanket strijkdeken
wet blanket dooie diender; emmer koud water; feestverstoorder; labbekak; saaie piet; spelbederver; spelbreker
blanketflower gaillardia; kokardebloem
horse‐blanket paardedeken