English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word ambiguous

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
dusenca
;
tweeslachtig
dusignifa
tweeslachtig
dubasenca
(abstrusely; obscurely; indistinctly)
neklare

EnglishDutch
ambiguous ambigu; dubbelzinnig; meerduidig; tweeslachtig
unambiguous eenduidig; ondubbelzinnig