Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word eenduidig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(interpreteren; uitleggen; verklaren; vertolken)
🔗 „Als ik de tekenen juist duid,” antwoordde Gersen, „heb ik u verbaasd door het noemen van zoveel geld.”
<nedifina artikolo>
🔗 Ik zit gaarne in een café.
(een zeker); ; ;

DutchEnglish
eenduidig unambiguous; univocal
duiden interpret; point
een a; an; any; one; some
eenduidigheid unequivocalness; clarity