English–Afrikaans dictionary
Afrikaans translation of the English word pitch‐and‐touch
English | Afrikaans (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(erect; establish; institute; raise; set; stand; set up; set down) | ||
(throw; cast; toss) | ||
(affect; abut; abut on) | ||
🔗 Now I will touch you. | ||
(contact) | ||
🔗 But rather than mark the start of a new epochal conflict, the speech instead laid bare the extent to which the Russian president has lost touch with reality. |
English | Afrikaans |
---|---|
pitch‐and‐touch | ⇆ <soort muntstukspelletjie> |
pitch | ⇆ beklee; ⇆ bestraat; ⇆ boogslag; ⇆ duik; ⇆ duiking; ⇆ galop; ⇆ gooi; ⇆ hei; ⇆ helling; ⇆ hoogte; ⇆ inplant; ⇆ kampeer; ⇆ met pik besmeer; ⇆ omslaan; ⇆ op ’n toonhoogte bring; ⇆ opgooi; ⇆ opslaan; ⇆ pik; ⇆ rig; ⇆ rigting; ⇆ skommel; ⇆ skuinste; ⇆ slinger; ⇆ smyt; ⇆ spoed; ⇆ staanplek; ⇆ stamp; ⇆ steek; ⇆ stem; ⇆ tandafstand; ⇆ teer; ⇆ toonhoogte; ⇆ toppunt; ⇆ val |
touch | ⇆ aandoen; ⇆ aandoening; ⇆ aangaan; ⇆ aanklink; ⇆ aankom; ⇆ aanraak; ⇆ aanraking; ⇆ aanroer; ⇆ aanslaan; ⇆ aanslaanspelletjie; ⇆ aanslag; ⇆ aanspreek; ⇆ aanstoot; ⇆ aantas; ⇆ aanvoel; ⇆ aanvoeling; ⇆ aan‐aan; ⇆ betas; ⇆ bevoel; ⇆ bietjie; ⇆ buitelyn; ⇆ buiteskop; ⇆ bykom; ⇆ druk op; ⇆ gevoel; ⇆ ietsie; ⇆ ligte aanval; ⇆ speel; ⇆ sweem; ⇆ tas; ⇆ tassin; ⇆ tik; ⇆ toets; ⇆ traak; ⇆ tref; ⇆ vat aan; ⇆ voel; ⇆ voeling; ⇆ vrot |