English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word count

English → Afrikaans
  
EnglishAfrikaans (translated indirectly)Esperanto
(earl)
(reckon; tally)

EnglishAfrikaans
count aanklag; aantal; afpas; beskou; getal; graaf; meetel; rekening; telling; uittel
count for bereken; tel
count for nothing nie tel nie
count on reken op
count out uitgetel word; uittel
count palatine paltsgraaf
count sheep skape tel
count up optel
count upon staatmaak op
go down for the count uitgetel wees
keep count tel
keep count of rekening hou met
lose count die tel kwytraak
take the count uitgetel wees
countable telbaar
counter afslaan; afweer; agterleer; altstem; antwoord; bors; hakstuk; minderwaardige geldstuk; opnemer; pareer; rekenaar; stuk; teen in; teenoorgestelde parade; teenspreek; teenstoot; teenwerk; teen‐; teller; toonbank; weerlê; winkelbank; ’n teenlis smee; ’n teenset doen
countess gravin
counting rekenkunde
countless ontelbaar; talloos
count‐out uittelling; verdaging
countship graaflikheid; graafskap
discount afbreuk doen aan; afslaan; afslag; aftrek; buite rekening laat; diskonteer; diskonto; inwissel; korting; met voorbehoud aanneem; met ’n korreltjie sout aanneem; rabat; verdiskonteer; verminder; vooruitloop op
miscount verkeerd optel; verkeerde telling; vertel
re‐count natelling; oortel; oortelling