English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word break‐up

English → Afrikaans
  
EnglishAfrikaans (translated indirectly)Esperanto
(intermission; pause; recess; interlude; lull; respite; interval)
(crack)
(crack)
(interrupt; disrupt; stop; cut off)
(contravene; ignore; infringe; violate);
🔗 Ministers of his own government have admitted it would break international law.
(damage; injure; spoil; harm; hurt; impair; mutilate; vitiate)

EnglishAfrikaans
break‐up ontbinding; sluiting; splitsing; uitmekaargaan
break up sloop
break‐up value sloopwaarde
break aanbreek; afbrekingsteken; afrig; afskeiding; bankrot laat raak; bankrot laat word; bot; breek; breekslag; breuk; daal; deurslaan; fnuik; geleidelik meedeel; hom voordoen aan; kleinmaak; leemte; leer; onderbreking; oorgang; ophou; pouse; rus; serie; skeur; steuring; uitbars; uitput; verbreek; verbreking; vernietig; versteur; verstoor; wissel