Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word afrig

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
de sur
🔗 Max draf die trappies af en kom maak vir haar die deur oop.
;
trainer
🔗 Hy het haar na bewering laat glo dit is wat alle afrigters doen en dit is goed vir sy huwelik.
;

AfrikaansEnglish
afrig break; break in; coach; dress; drill; exercise; form; knock into shape; prime; produce; train; turn away; whip into shape
af off; down; exit; from; completed; perfect; perfected; finished; broken
afgerig fit; trained; drilled
afrigter coach; tutor; producer; trainer
afrigting coaching; training
perdeafrigter horse‐breaker
rig aim; align; bend; direct; point; collimate; sighting; lay; laying; level; pitch; set; steer; take aim; train