Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zweefvliegen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
zweefvliegen
(een glijvlucht maken; glijden)
glide
;
plane
zweefvliegen
(opstijgen)
sori
🔗 Ja, daarom zijn we hierheen gevlogen.
🔗 Natuurlijk vloog Jim de volgende dag een paar keer laag over haar huis.
🔗 En er vliegt zo’n zwarte vogel boven ons rond.
;
hover
; ;
waft

DutchEnglish
zweefvliegen gliding
vliegen aviate; aviation; cut and run; fling; flit; fly; plane; race; zap; speed; scoot; sweep; tear; whirl
zweven be poised; flit; float; floatation; glide; hang; hover; levitation; soar; waft; sail; suspend