Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vooruitbrengen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vooruitzetten)
(bevorderen)
🔗 Breng hem naar een dokter.
(aanbrengen; aandragen; bezorgen);
🔗 Jongmens, breng ons nog wat wijn!
(geleiden; leiden; voeren);
🔗 Ik werd naar het terras gebracht.
(doen; indienen; voorstellen; inbrengen); ; ; ; ;
reenact
; ;
represent
;
constitute
; ; ;
serve up
🔗 De televisie zal het brengen als het sprookje van een tevreden natie, verenigd onder de nieuwe koning.
(naar voren; voorover; voort; voorwaarts); ; ;
onward
🔗 Langzaam kropen wij vooruit.
away we go
;
let’s start
;
let’s go
;
ek
(van tevoren)
beforehand
🔗 Zoiets kon je nooit vooruit zeggen.

DutchEnglish
vooruitbrengen advance; bring forward
brengen bring; carry; feature; fetch; land; lead; make; put; waft; see; set; take; convey; win
vooruit ahead; before; beforehand; fore; forward; forwards; in advance; in advance of; in anticipation; onward; onwards; up‐front