Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word volkomenheid

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
volkomenheid (volledigheid; voltalligheid)	completeness	kompleteco
volkomenheid (perfectie; volmaaktheid)	perfection	perfekteco
volkomenheid (volledigheid)	fullness ; thoroughness	pleneco
volkomenheid	completeness	tuteco
volkomen (geheel; volledig)	completely ; wholly	plene
volkomen (totaal)	complete ; plenary ; thorough	plena
🔗 Ik zou graag volkomen zekerheid hebben, meneer.
volkomen (finaal; geheel; helemaal; totaal; volledig; volslagen; glad; straal)	entirely ; quite ; wholly ; absolutely ; altogether ; utterly	tute
🔗 Ze zijn volkomen gewetenloos!
volkomen (compleet; geheel; totaal; volledig)	completely ; entirely	komplete
volkomen (compleet; heel; volledig; volslagen; voltallig)	complete	kompleta
volkomen (perfect; volmaakt)	perfect	perfekta
volkomen (gans; geheel; heel; volslagen)	entire ; thorough	tuta

Dutch	English
volkomenheid	⇆ completeness; ⇆ entireness; ⇆ perfection; ⇆ perfectness
onvolkomenheid	⇆ defectiveness; ⇆ deficiency; ⇆ imperfection; ⇆ incompleteness
volkomen	⇆ absolute; ⇆ absolutely; ⇆ altogether; ⇆ completely; ⇆ consummate; ⇆ entire; ⇆ entirely; ⇆ perfect; ⇆ perfectly; ⇆ plenary; ⇆ quite; ⇆ to the hilt; ⇆ thorough; ⇆ utterly; ⇆ wholly; ⇆ complete