Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vluchten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vlieden; ontvluchten)
🔗 Nu kunnen we vluchten.
(ontvlieden; ontvluchten)
🔗 Ik vluchtte voor die mij najoegen.
;
🔗 Een aantal van hen is Rusland ontvlucht.
(vlieden; vluchten)
🔗 Zo zal je niet meer ontvluchten.
(ontvlieden; ontvluchten aan; vlieden; vluchten voor)
🔗 Volgens Duitse media zijn duizenden inwoners van de streek op daken van gebouwen geklommen om het oprukkende water te ontvluchten.
flee back
refuĝi
(drift; troep; zwerm); ;
🔗 Het is nog onduidelijk of dat lot meer vluchten treft.
fuĝaŭto
🔗 Maar hij zei niet geweten te hebben dat de wagen als vluchtauto gebruikt zou gaan worden.
(wegloper)
runaway
;
absconder
fugitive
;
absconder
🔗 Hij moest de vluchteling gezien hebben.
(voortvluchtige)
absconder
(uitgewekene)
🔗 De vluchtelingen uit Birma worden in Thailand in een legerkamp opgevangen.
; ;
🔗 De jongeman reed snel en behendig om een vluchtheuvel heen en schakelde over.
(de benen nemen; ervandoor gaan; vlieden; vluchten; zich uit de voeten maken; de wijk nemen; de kuiten nemen; ontvluchten);
🔗 Als wij er niet waren geweest, zouden jullie allemaal zijn weggevlucht.

DutchEnglish
vluchten flee; fly
vluchten voor flee from; fly from; fly before
ontvluchten escape; flee; fly forth from; fly; make good one’s escape; fly from; flee from
vlucht covey; elopement; escape; flight; gaggle; mission; spread; wing‐spread; flock; bevy
vluchtauto getaway car
vluchteling fugitive; refugee; runaway; absconder
vluchtgat bolt‐hole
vluchtheuvel island; island refuge; refuge; safety island; safety zone
vluchtstrook hard shoulder; refuge lane; sliproad
vluchtweg escape‐route