Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vliegongeluk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
unhappiness
;
misfortune
;
misadventure
🔗 En ik heb je al gezegd dat deze expeditie van het begin af in het teken van het ongeluk stond.
(ongeval; malheur);
misadventure
;
🔗 De zevende september verliep zonder ongelukken.
🔗 Ja, daarom zijn we hierheen gevlogen.
🔗 Natuurlijk vloog Jim de volgende dag een paar keer laag over haar huis.
🔗 En er vliegt zo’n zwarte vogel boven ons rond.

DutchEnglish
vliegongeluk air crash; flying accident
ongeluk accident; bad fortune; bale; ill luck; infelicity; misadventure; mischance; misfortune; mishap; prang; undoing; unhappiness; bad luck; wretch
vliegen aviate; aviation; cut and run; fling; flit; fly; plane; race; zap; speed; scoot; sweep; tear; whirl