Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vliegenier

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vlieger; piloot)
(aviateur; vlieger); ;
🔗 De beide Duitse vliegeniers Kienzle en Schulze, die op het ogenblik in handen van de Baskische regering zijn, zullen tezamen met twee andere buitenlanders worden uitgewisseld tegen drie vliegeniers van de regering en nog een vierde persoon, die door de troepen van Franco waren gevangen genomen.
🔗 Ja, daarom zijn we hierheen gevlogen.
🔗 Natuurlijk vloog Jim de volgende dag een paar keer laag over haar huis.
🔗 En er vliegt zo’n zwarte vogel boven ons rond.

DutchEnglish
vliegenier airman; aviator; flier; flying man; pilot
vliegen aviate; aviation; cut and run; fling; flit; fly; plane; race; zap; speed; scoot; sweep; tear; whirl