Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word visserij

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
fishery
🔗 Men leefde daar van de handel en de visserij.
(palingvangst)
🔗 De palingvisserij was lange tijd een belangrijk middel van bestaan.
🔗 Sinds we je uit de rivier hebben gevist, heb je op het randje van de dood gebalanceerd.
🔗 Er was nu een andere beer aan de rand daarvan, die eveneens stond te vissen.
fish with a line
🔗 Ik ga intussen een beetje vissen.

DutchEnglish
visserij fishery; fishing‐industry
ministerie van landbouw en visserij ministry of agriculture and fisheries
beugvisserij long‐line fishing
kustvisserij inshore fishery
oestervisserij oyster‐fishery
parelvisserij pearl‐fishery; pearling
vissen fish; fishing
visser fisher; fisherman; angler
visserijband maritime band
visserijgrens fishery limit