Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word venster

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(raam)
🔗 Hij opende het venster.
roof window
;
🔗 In het dak bevonden zich een aantal dakvensters die uitkwamen op de zolder.
window‐ledge
;
window‐sill
🔗 Spoedig stond hij op de vensterbank.
vensterblind
(blind; luik)
vensterblind
(blind; luik)
shutter
vensterraam
(kozijn; raamkozijn)

DutchEnglish
venster light; window
boogvenster arched window
dakvenster dormer; dormer‐window; garret window
roosvenster rose‐window
spitsboogvenster lancet light; lancet window
tralievenster lattice window; barred window
vensterbank sill; window‐ledge; window‐sill
vensterblind shutter
vensterenveloppe window envelope
vensterglas window‐glass; window‐pane
venstergordijn window‐curtain
vensterluik window‐shutter; shutter
vensterraam window‐frame
vensterruit pane; window‐pane