Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word vechtpartij
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Nog steeds was er die avond geen echte vechtpartij geweest, maar nu schenen de kansen goed. | ||
(feest; fuif) | ||
🔗 Hij is van de verkeerde partij. | ||
(hoop; set; stel; troep; verzameling; reut) | ||
🔗 Hoeveel moet die partij kosten, heer IJl? | ||
🔗 Chauffeur Hille Wiersma leek een goede partij voor haar. | ||
(partijtje) | ||
🔗 In de tweede partij die woensdag in de groep wordt gespeeld, staat Isner tegenover Marin Čilić. | ||
🔗 Ook over de visserij, een van de andere pijnpunten, liggen de twee partijen nog ver uit elkaar | ||
; ; | ||
🔗 Beide partijen hebben veel te winnen én te verliezen. | ||
(kampen; strijden; slag leveren) | ; contend ; | |
🔗 Kan hij niet vechten? | ||
(knokken) | ||
🔗 En geloof me, aan vechten zullen ze niet meer denken! |
Dutch | English |
---|---|
vechtpartij | affray; brawl; ding‐dong; fight; run‐in; scrap; scuffle; tussle |
partij | assembly; batch; bout; cabal; entertainment; faction; game; interest; junto; lot; match; parcel; part; party; set; side; supply |
vechten | battle; campaign; combat; contend; do battle; fight; fighting; militate; tussle; scramble; scuffle; have a scrap |