Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word traptree

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
trap
(schop)
staircase
; ;
stairway
;
steps
🔗 We liepen naar de trap.
(opstapje; trede)
rung
;
stair
;
🔗 De gang eindigde bij de onderste tree van een trap.

DutchEnglish
traptree stairstep
trap degree; flight of stairs; grade; kick; pitch; stairs; staircase; stairway; stage; step; steps; stepladder
tree stair; step; pace; rung