Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word transporteur

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vervoerder)
transporter
🔗 De meeste transporteurs maken op dit moment verlies.
(overbrengen; vervoeren; voeren)
transport
;
🔗 En wij moeten de rubber door de lucht naar India, het dichtstbijzijnde Britse gebied, transporteren?
transcribe
;
transskribi
(overbrenging; transportwezen)
transport
🔗 De Verenigde Staten gaan Frankrijk assisteren bij het transporteren van militairen en materieel voor het conflict in Mali.

DutchEnglish
transporteur conveyer; protractor; transporter
transporteren bring forward; bring over; carry forward; carry over; transport; ship; convey