Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word titelwoord

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kop; onderschrift)
heading
; ;
caption
🔗 In het bovenstaande voorbeeld is de enige informatie in de kop de titel van het document.
🔗 Je kent me een titel toe die me niet vertrouwd is.
🔗 Elk woord is hier te veel.
🔗 Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt.
🔗 Het woord is aan de markies de Cantecler.
🔗 En u moet nu maar erg op uw woorden passen!
🔗 De drager van deze ring moet zich altijd aan zijn woord houden, zie je?

DutchEnglish
titelwoord headword
titel addition; caption; heading; prefix; title; rubric
woord parole; word; vocable