Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word struik

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Hij moet achter die struiken staan.
(braam; braamstruik);
blackberry bush
(braam)
blackberry bush
🔗 Het plateau dat wij hadden beklommen, was overdekt met een dichte wildernis van braamstruiken, waar we nooit doorheen zouden zijn gekomen zonder zeis.
thorn bush
;
🔗 Deze wintergroene dwergstruik wordt maximaal 30 cm hoog en geeft tuinen, bloembakken en potten kleur tijdens de winter en het vroege voorjaar.
(elsbes)
wild service‐tree
;
chequers
;
chequers‐tree
;
chequer‐tree
;
(framboos)
raspberry bush
henna
(jeneverbes)
juniper
(lijsterbes; lijsterbesstruik)
sorb
;
sorb apple
;
rowan
;
rowan‐berry
(lijsterbes; lijsterbessestruik)
sorb
;
sorb apple
;
rowan
;
rowan‐berry
🔗 Vervolgens zag ik zo’n twintig meter voor mij ineens een sperwer in een snelle vlucht boven een lijsterbesstruik een vink grijpen.
yerba mate
(meelbes);
common whitebeam
(buksboom; buxus; palmboompje);
(kerria)
kerria
(rozelaar)
🔗 De rozestruiken waren echter het grootste probleem.
struikganzerik
(heesterganzerik)
bush cinquefoil
;
shruby cinquefoil
;
shrubby cinquefoil
;
golden hardhack
;
shrubby five‐finger
;
tundra rose
;
widdy
shrubbery
🔗 Ineens waren ze het struikgewas uit.
(hei; heide; struikheide); ;
common heather
(hei; heide; struikhei); ;
common heather
🔗 Deze kever is desastreus voor de struikheide.
marguerite daisy
;
Paris daisy
; ;
Cobbity daisy
;
summer daisy
vlierstruik
(vlier)

DutchEnglish
struik bush; frutex; shrub
bessestruik currant bush
braamstruik bramble; blackberry bush
doornstruik thorn bush
dwergstruik dwarf shrub; subshrub
erwtestruik pea‐shrub; pea‐tree
frambozestruik raspberry bush
jeneverbessestruik juniper bush
palmstruik box; box‐tree; boxwood
ranonkelstruik Japanese yellow rose; kerria
rozestruik rosebush
struikachtig frutescent
struikden jack pine
struikgewas bosk; bosket; covert; thicket; undergrowth; spinney; scrub; shrubbery; shrubs; brushwood
struikhei heather; ling; common heather
struikheide heather; ling; common heather
struikmargriet French marguerite; Paris daisy; marguerite daisy; Boston daisy; Cobbity daisy; summer daisy; marguerite
struikrover bush‐ranger; bandit; brigand; footpad; highway‐man; knight of the road; minion of the moon
struikvormig frutescent
vlierstruik elder; elder‐bush