Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stom

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
stom	dumb ; mute ; speechless	muta
🔗 Geld dat stom is, maakt recht wat krom is, moet hij hebben gedacht en daar ging de cheque dan.
stom	silent	sensona
stom (bot; dom; stupide)	stupid ; dull ; dumb	stulta
🔗 Wat zijn ze toch stom.
stomdronken (bezopen; ladderzat)	dead drunk	ebriega
stomheid (domheid; stupiditeit)	stupidity	stulteco
stomkop	fool	stultulo
stomme	mute	mutulo
stommeling (domkop; dommerik; domoor; schaapskop; sufferd)	fool ; ass ; clod ; nit ; lackwit	stultulo
🔗 Eric was een stommeling.
stommiteit (domheid)	foolishness	stultaĵo
🔗 Misschien kan ik je stommiteit nog ongedaan maken.
stomverbaasd	in astonishment	mirege
🔗 Gérard keek stomverbaasd.
verstommen	fall silent	silentiĝi
🔗 De krijgers stonden te mompelen in de zaal, maar toen Crovak in hun buurt kwam, verstomden ze.

Dutch	English
stom	⇆ beetle‐headed; ⇆ blockish; ⇆ boneheaded; ⇆ chuckle‐headed; ⇆ dense; ⇆ dimwitted; ⇆ dull; ⇆ dumb; ⇆ foolish; ⇆ mute; ⇆ mutely; ⇆ sappy; ⇆ silent; ⇆ speechless; ⇆ stupid; ⇆ stupidly; ⇆ thick‐witted; ⇆ tongue‐tied; ⇆ wordless
hij zei geen stom woord	⇆ never a word did he say; ⇆ he never said a word
stom geluk	⇆ sheer luck; ⇆ the devil’s luck
stom van	⇆ speechless with
zo stom als het achtereind van een varken	⇆ as thick as a brick; ⇆ as thick as two short planks
stomdronken	⇆ smashed; ⇆ as drunk as a lord; ⇆ blind drunk; ⇆ dead drunk; ⇆ gloriously drunk; ⇆ pissed; ⇆ soused; ⇆ three sheets to the wind
stomheid	⇆ denseness; ⇆ density; ⇆ dumbness; ⇆ muteness; ⇆ stupidity
stomkop	⇆ chump; ⇆ cretin; ⇆ fat‐head; ⇆ gummy; ⇆ thickhead; ⇆ fool
stomme	⇆ mute; ⇆ dumb person
stommeling	⇆ blunderhead; ⇆ bonehead; ⇆ dummy; ⇆ imbecile; ⇆ jerk; ⇆ knucklehead; ⇆ loon; ⇆ muggins; ⇆ mutt; ⇆ mutton‐head; ⇆ nitwit; ⇆ twerp; ⇆ sawney; ⇆ stupid; ⇆ wally; ⇆ blockhead; ⇆ dullard; ⇆ duffer; ⇆ bullhead; ⇆ numskull; ⇆ pillock
stommerd	⇆ dimwit; ⇆ duffer; ⇆ numskull; ⇆ fool
stommerik	⇆ nit; ⇆ stupid; ⇆ blockhead; ⇆ dullard; ⇆ duffer; ⇆ bullhead; ⇆ numskull; ⇆ fool
stommigheid	⇆ stupidness; ⇆ stupidity; ⇆ blunder; ⇆ howler
stommiteit	⇆ crassitude; ⇆ crassness; ⇆ folly; ⇆ foolishness; ⇆ howler; ⇆ stupidness; ⇆ stupidity; ⇆ blunder; ⇆ stupid mistake
stomtoevallig	⇆ by sheer chance; ⇆ by the merest coincidence
stomverbaasd	⇆ agape; ⇆ pop‐eyed; ⇆ stupefied
stomvervelend	⇆ stinking; ⇆ awfully boring
verstommen	⇆ strike dumb; ⇆ silence; ⇆ be struck dumb; ⇆ become speechless; ⇆ become silent; ⇆ be hushed