Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word startlijn

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(koord; snoer; touw); ;
🔗 Zes mannen begonnen aan de lijn te trekken om hem uit het water te hijsen.
(aanslaan)
starti
🔗 De auto wilde niet starten.
startigi
🔗 Hij startte zijn auto en volgde op veilige afstand.
(aanvangen; beginnen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; een begin maken met)
🔗 De politie in Geldrop is een onderzoek gestart nadat een auto in de nacht van zondag op maandag is ontploft.

DutchEnglish
startlijn starting line; starting‐post
lijn alignement; lead; leash; line; score; cord; rope
starten kick off; spark; start; take off; start up