Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stabiel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
starema
🔗 Daarom moet de opstelling volledig stabiel zijn en de telescoop moet vlot en regelmatig te bewegen zijn.
(labiel; onstabiel)
unstable
metastabila
(instabiel; labiel)
unstable
🔗 De situatie bleef echter tot in 2003 onstabiel.
stabilize
stability
;
stableness
🔗 Het Westen heeft altijd alles gedaan om de Saoedische koninklijke familie, ondanks haar steun aan het dzjihadistisch terrorisme, in het zadel te houden omwille van de stabiliteit in de regio.

DutchEnglish
stabiel stable
instabiel unstable; fluid
onstabiel unstable; unsteady
stabiliseren consolidate; peg; stabilize
stabiliteit stability; stableness