Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word spreekkamer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
consultancy
🔗 Hij opende de deur van een eenvoudige spreekkamer en wees zijn gast een stoel.
(hartkamer; holte)
ventricle
(lokaal; vertrek)
🔗 Ze is niet op haar kamer!
(praten);
🔗 De burgemeester wil je spreken.
(praten)
🔗 Maar ik kon niet spreken.
(zeggen)
🔗 „Ge gaat te ver”, sprak de markies.
(praten)
🔗 Op een winterse dag met Regin over zijn toekomst sprekend, vroeg Sigurd: „Welke daden worden van mij verwacht?”

DutchEnglish
spreekkamer consulting‐room; office; parlour; surgery
kamer chamber; den; pad; room; ventricle
spreken converse; discourse; speak; talk; see; say