Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word sluisgeld

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(poen; centen; pegels);
dough
🔗 Geld speelt geen rol!
(schutsluis; spui);
sluice
🔗 Vijf jaar geleden kwam een zeehond via een sluis het binnenwater van Den Helder in.

DutchEnglish
sluisgeld lockage; lock‐dues
geld bankroll; cash; coin; dough; fee; funds; lucre; money; pelf
sluis sluice; floodgate; lock