Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word slechts

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(enkel; maar);
🔗 Er was slechts één raam.
(alleen; alleen maar; enkel; enkelijk); ;
🔗 „Wij wilden u slechts de weg naar Rotherwood vragen,” zei de prior, „naar de woning van Cedric de Saks.”
(alleen; maar; alleen maar; enkel);
🔗 U doet slechts uw plicht.
(beroerd; euvel; kwalijk; verkeerd; vies);
(verdorven);
malvirta
🔗 Op de staatstelevisie wordt nu meer getoond hoe slecht Rusland het doet in de oorlog.
(boos; kwaad)
🔗 Het zijn slechte tijden!
(boos; kwaad)
🔗 Reith had er vele slechte mensen gekend, en Woudiver bekleedde een hoge positie in die reeks.

DutchEnglish
slechts but; merely; nothing but; only
slecht bad; badly; base; disreputable; drossy; evil; foul; ill; malign; poor; poorly; unrighteous; unsanctified; vicious; vile; villainous; wicked; sleazy