Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word schooldag
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(tot ziens) | ||
(goedendag; goeiendag) | good day | bonan tagon |
🔗 Dag meneer. | ||
(hallo) | ; hi | |
🔗 Het duurt slechts enkele dagen. | ||
🔗 De gemeente Rotterdam zal op warme dagen 23 tot 31 extra toezichthouders gaan inzetten op strand Nesselande. | ||
🔗 Maar je werkt maar vier dagen. | ||
🔗 Beertje Pip kan niet wachten tot de dag van zijn verjaardag is aangebroken. | ||
🔗 Toen was hij klaar om de nieuwe dag te beginnen. | ||
🔗 En welke dag is het vandaag? | ||
(drift; hoop; troep) | shoal ; | |
🔗 Wanneer hen de drift om te paren bevangt, zwemmen ze in scholen naar zee. | ||
(leerschool) | ||
🔗 Dinsdag was hij weer op school. | ||
🔗 Je praat volgens de oude school. |
Dutch | English |
---|---|
schooldag | ⇆ school‐day |
dag | ⇆ bye‐bye; ⇆ cheerio; ⇆ day; ⇆ daylight; ⇆ daytime; ⇆ good day; ⇆ goodbye; ⇆ howdy |
school | ⇆ academy; ⇆ drove; ⇆ school; ⇆ run; ⇆ school of thought; ⇆ seminary; ⇆ shoal; ⇆ college; ⇆ schoolhouse |