Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schilder

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(huisschilder; verver)
painter
(kunstschilder)
painter
🔗 Hij was een zeer goed schilder, moet u weten.
(schilder)
painter
(schilder)
painter
🔗 Ja, hij is beslist kunstschilder.
(kleuren; verven)
🔗 Kent u iemand die graag zijn huis geschilderd zou zien?
(uitschilderen)
🔗 Op een keer had Ted een doodskop op de buitenmuur van zijn huis geschilderd.
(afschilderen);
🔗 Deze Hocus Pas werd mij als ’n goochelaar geschilderd.
(kunstschilderes)
paintress
;
woman painter
🔗 Ze is schilderes, weet je.
(doek; schildering; schilderstuk; stuk)
painting
;
🔗 Dat schilderij mag niet gestolen worden.

DutchEnglish
schilder artist; delineator; house‐painter; limner; painter; stainer
decoratieschilder ornamental painter
glasschilder stained‐glass artist; glass‐painter
huisschilder house‐painter
kladschilder dauber; daubster
kunstschilder artist; painter
landschapschilder landscape artist; landscape painter; landscapist
miniatuurschilder limner; miniaturist; miniature‐painter
portretschilder limner; portraitist; portrait painter
schilderen blazon; capture; delineate; depict; limn; paint; picture; stain; portray; do sentry‐go; stand sentry
schilderes paintress; woman painter
schilderij canvas; painting; picture
schildersezel easel; painter’s easel
schilderskwast paintbrush
schildersstok maulstick