Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word schenkelvlees
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
schenkelvlees (schenkel) | ||
schenkel (bout; schenkelvlees) | ||
🔗 „Heer ridder,” zei de kluizenaar, „uw gedachten zijn die des vlezes.” | ||
🔗 Het was haar vlees en haar bloed dat hij verlangde, haar prachtig lichaam, hare schoonheid, die zijn grove ziel vervuld hadden met razernij. | ||
🔗 Het vlees is heel smakelijk. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| schenkelvlees | ⇆ shin of beef |
| schenkel | ⇆ knuckle; ⇆ leg; ⇆ topside; ⇆ shank; ⇆ femur; ⇆ shin of beef |
| vlees | ⇆ flesh; ⇆ meat; ⇆ pulp |