Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afwijken; uiteenlopen)
🔗 Hij was niet dood, maar het scheelde weinig.
(mankeren; schorten)
be lacking
;
be missing
I don’t care
;
I don’t mind
mi ne zorgas
🔗 Het kan me niet schelen wat hij doet.
they don’t care
ili ne estas interesita
🔗 Als ze het weten, kan het ze niet schelen.
wat scheelt eraan?
what is the matter?
;
what’s the trouble?
;
what’s wrong?

DutchEnglish
schelen ail; differ; want
het kan me geen ene moer schelen I don’t give a toss about it
het kan me geen snars schelen I don’t care a fig; I don’t care a damn
het kan me niet schelen I don’t care; I don’t mind
het kan ze niet schelen they don’t care
het scheelde geen haar it was a near thing; it was a near miss; it was touch and go
het scheelde maar een haar it was a near thing; it was a near miss; it was touch and go
het scheelde maar een haartje it was a touch‐and‐go; it was a near thing; it was a near miss; it was touch and go
het scheelt heel wat it makes quite a difference
hij scheelt wat aan zijn … there is something the matter with his …
niets schelen do not differ
veel schelen make a great difference
wat kan dat schelen? what does it matter?
wat kan hem dat schelen? what does he care?
wat kan het je schelen? who cares?
wat kan u dat schelen? what’s that to you?
wat scheelt eraan? what ails you?; what is the matter?; what’s the trouble?; what’s wrong?
wat scheelt u? what’s the matter with you?; what’s wrong with you?
zij schelen veel in leeftijd there is a great disparity of age between them