Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schaar

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
schaar	scissors ; pair of scissors	tondilo
🔗 Hij liet zijn schaar echter zinken toen hij de voortstappende beambte gewaarwerd.
schaar (hoop; massa; menigte; schare)	multitude	amaso
🔗 Zijn landerijen lagen braak, zijn weiden werden overwoekerd door distels en ondanks dat volgde het ene feest op het andere en een schaar van dienaren zorgde voor alles wat Faust en zijn vrienden begeerden.
schaar (hoop)	bevy ; collection ; group ; heap ; herd ; set ; pack ; cluster ; suite ; shoal ; flight ; drove ; flock ; array ; pod	aro
schaar	pincher	pinĉilo
🔗 Ze vallen aan met beide scharen tegelijk, en steken waar ze kunnen.
aalschaar (aalgeer; aalspeer; aalsteker; aalvork)	eelspear	angilforkego
blikschaar	shears ; clippers ; nippers	ĉizojo
draadschaar (kniptang)	wire‐shears	drattondilo
🔗 Je komt niet door dat prikkeldraad heen zonder draadschaar.
heerschaar (leger)	army	armeo
heggeschaar	hedge clippers ; hedge‐shears	heĝtondilo
ploegschaar	ploughshare	soko
schaarbek	skimmer	tondilbekulo

Dutch	English
schaar	⇆ army; ⇆ claw; ⇆ gap; ⇆ host; ⇆ multitude; ⇆ nick; ⇆ nipper; ⇆ notch; ⇆ pair of scissors; ⇆ pair of shears; ⇆ pincers; ⇆ scissors; ⇆ share; ⇆ shears
blikschaar	⇆ plate‐shears
draadschaar	⇆ wire‐cutter
engelenschaar	⇆ host of angels
grasschaar	⇆ grass shears
heerschaar	⇆ host; ⇆ army
heggeschaar	⇆ hedge‐shears; ⇆ hedge clippers
hegschaar	⇆ hedge‐shears; ⇆ hedge clippers
kinderschaar	⇆ bunch of children; ⇆ swarm of children
ploegschaar	⇆ ploughshare; ⇆ share
schaarbek	⇆ skimmer
scharensliep	⇆ knife‐grinder; ⇆ scissors‐grinder
scharenslijper	⇆ knife‐grinder; ⇆ scissors‐grinder
snoeischaar	⇆ garden‐shears; ⇆ pruning shears; ⇆ secateurs
tuinschaar	⇆ garden‐shears; ⇆ secateurs