Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word rozegeur

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aroma); ;
🔗 Er hing een geur om van te watertanden.
(lucht; reuk)
odour
; ;
🔗 Welke geuren kunnen worden waargenomen?
(odeur; parfum)
dandruff
kaphaŭteroj
🔗 In de tuin was Janus bezig rozen af te snijden.

DutchEnglish
rozegeur scent of roses
het is niet alles rozegeur en maneschijn life is not a bed of roses; life is not all cakes and ale; life is not all beer and skittles
geur smell; aroma; flavour; fragrance; fragrancy; nose; odour; perfume; redolence; savour; scent
roos bull; bull’s eye; dandruff; rose; scurf; erysipelas; card; compass‐card; dandriff