Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word prenten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(inprenten; instampen)
inculcate
🔗 Nadat ik mij de plaats van de boom goed in het geheugen had geprent, ging ik naar huis.
inculcate
(inplanten)
implant
enplanti
(plaat)
🔗 Verder zou een en ander geen gevolg hebben gehad, ware het niet dat Hache‐Moncour een prent van het tafereel had gemaakt, die hij hierna verspreidde onder de magiërs en die personen uit de plaatselijke adelstand wier goede mening over zichzelf Hurtiancz wenste te behouden.

DutchEnglish
prenten imprint
in het geheugen prenten fix in the memory
zich iets in het geheugen prenten imprint something on one’s memory
inprenten burn in; burn into; engraft; engrave; grave in; grave into; grave on; implant; impress; impress on; impress upon; imprint; inculcate; indoctrinate; infix; instil; print; stamp on the mind; stamp
prent illustration; picture; print; engraving