Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word poter

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanplanten; planten)
🔗 In de herfst worden de zaailingen op de definitieve standplaats gepoot.
planting
🔗 Daar moet men bij het poten rekening mee houden.

DutchEnglish
poter planter; seed‐potato
poten plant; set; dump