Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word pet

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Zo sprekende stond hij op en zette zijn pet recht om aan het werk te gaan.
(baret; muts)
🔗 Zodra Casmir binnentrad, sprong hij overeind, nam zijn pet af en boog.

DutchEnglish
pet cap; hat; peaked cap
ergens met de pet naar gooien do something by halves; do something in a slipshod fashion
het gaat me boven de pet it’s streets ahead of me
Jan met de pet the man in the street
met de pet rondgaan pass the hat
petje cap
uniformpet uniform cap
vechtpet battle‐cap; forage‐cap