Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word opdonderen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(opflikkeren; opkrassen; opsodemieteren)
absent oneself
; ; ; ;
absent oneself from
(bulderen; daveren)
tondri
🔗 Daar stortten ze met een donderend geraas tweehonderd meter de diepte in.

DutchEnglish
opdonderen make oneself scarce; piss off
donder op! get the hell out of here!; take a walk!; get lost!; get out of here!; beat it!
donderen boom; fulminate; hector; hurtle; thunder; pitch; tumble
opdonder sock; clout; blow; setback