Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ontsteking

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
inflammation
(ontbranding)
ignition
(flebitis)
phlebitis
(amygdalitis; tonsillitis)
tonsillitis
(conjunctivitis)
conjunctivitis
cellulite
phlegmon
cystitis
urinvezika inflamo
cystitis
(appendicitis)
(pleuris; pleuritis)
pleurisy
(enteritis)
enteritis
(artritis)
arthritis
encephalitis
meningitis
🔗 Beide waren ze effectief tegen longontsteking en tegen hersenvliesontsteking.
(angina)
quinsy
laryngitis
(adenitis)
adenitis
🔗 Ze was gestorven aan een longontsteking, en gemist had hij haar niet.
nephritis
be inflamed
🔗 De brandharen van de rupsen kunnen leiden tot klachten zoals ontstoken ogen, jeuk en koorts.
(aansteken; doen ontbranden; in brand steken; stoken);
🔗 Nu werden er meer toortsen ontstoken.
(aansteken)
eklumigi
🔗 In afwachting van medische hulp ontstak Joost het licht en schoof de stoel van heer Bommel naar een koele plek bij het raam.
(bougie)
plug
;
sparking‐plug
(oftalmie)
ophthalmia
🔗 Meestal is een oogontsteking binnen 5 dagen over.
(otitis)
otitis

DutchEnglish
ontsteking blast‐off; firing; ignition; inflammation; kindling
aderontsteking phlebitis
amandelontsteking tonsillitis
bindvliesontsteking conjunctivitis
blaasontsteking cystisis
blindedarmontsteking appendicitis
borstvliesontsteking pleurisy
buikvliesontsteking peritonitis
darmontsteking enteritis
galblaasontsteking gall‐bladder inflammation
gewrichtsontsteking arthritis
hersenontsteking encephalitis
hersenvliesontsteking meningitis
hoornvliesontsteking keratitis; inflammation of the cornea
keelontsteking quinsy; strep throat; inflammation of the throat
longontsteking pneumonia; pneumony
middenoorontsteking inflammation of the middle ear
netvliesontsteking retinitis
neusontsteking nasal inflammation
nierontsteking nephritis
ontsteken blast off; detonator; enkindle; fire; ignite; inflame; kindle; rankle; become inflamed
ontstekingsmechanisme igniter; firing‐gear; detonator
ontstekingsschakelaar ignition switch
oogontsteking ophthalmia; inflammation of the eye
oorontsteking otitis; inflammation of the ear
peesontsteking tendinitis
ruggemergsontsteking myelitis
trommelvliesontsteking tympanitis
uierontsteking garget
voorhoofdsholte sinus
voorontsteking advanced ignition
zelfontsteking self‐ignition