Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onrijpheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(onvoldragen)
unripe
; ;
immature
nematura
🔗 Hij wierp de onrijpe vruchten weg en begon met een vastberaden uitdrukking op het gelaat te lopen.
maturity
;

DutchEnglish
onrijpheid crudeness; crudity; immatureness; immaturity; unripeness
onrijp crude; green; immature; unripe
rijpheid maturity; mellowness; nubility; fruition; ripeness