Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ongemak

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
(ongerief)
discomfort
🔗 Hebben allen zich voorbereid op verveling, ongemak en gevaar?
(comfort; gerief; soelaas)
comfort
;
🔗 Je schijnt je voorzien te hebben van alle gemakken.
convenience
;
(toilet)
toilet
;
lavatory
; ;
toilet room
🔗 Jij bewaart de jouwe bijvoorbeeld in het waterreservoir van het gemak achterin je werkvertrek.
(vlotheid)
facility
🔗 Hij sprong van stam tot stam, met een gemak dat lange ervaring verried.

DutchEnglish
ongemak disadvantage; discomfort; hardship; inconvenience; infirmity; trouble
gemak comfort; convenience; ease; easement; facility; help