Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ongegeneerdheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(losheid)
(ongedwongen; vrij; vrijmoedig; vrijpostig)
free and easy
🔗 Ze keek naar Mogget, die het gebeuren met ongegeneerde belangstelling gadesloeg.

DutchEnglish
ongegeneerdheid abandon; abandonment; lack of embarassment; lack of shame
ongegeneerd flippant; free; free and easy; rough‐and‐ready; unceremonious; unashamed; unembarrassed; shamelessly; openly; without the slightest embarassment