Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onderwerp

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(object; voorwerp);
🔗 Niemand houdt ervan het onderwerp van liefdadigheid te zijn.
(subject)
(apropos; stof; thema); ;
🔗 Verander het onderwerp van gesprek.
;

DutchEnglish
onderwerp argument; object; subject; subject‐matter; text; theme; topic
bij het onderwerp blijven stick to the subject
onderwerp van gesprek talking‐point
pijnlijk onderwerp sensitive subject
teer onderwerp sensitive subject
van zijn onderwerp afraken wander from one’s subject
onderwerpen bring under; subdue; subjugate; submit; subject
onderwerpszin subjective clause