Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word onbenullig
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(dom) | ; ; ; ; ; | |
commonplace ; vulgar ; | ||
🔗 Dat is een onbenullig feit en niet ter zake. | ||
(begrip; denkbeeld; idee; notie; voorstelling) | ||
🔗 Ik heb niet het flauwste benul hoe ik deze dingen moet leren bespelen. | ||
🔗 Toch heeft geen van tweeën het benul om te melden dat ze er zijn. | ||
trifle ; bagatelle |
Dutch | English |
---|---|
onbenullig | ⇆ dim; ⇆ dullheaded; ⇆ fatuous; ⇆ fatuously; ⇆ jejune; ⇆ piffling |
benul | ⇆ notion |
onbenulligheid | ⇆ fatuity; ⇆ fatuousness |